Redelijke popplaat
Voor wie nog twijfelde: die achterwaartse val van Madonna, van een trappetje tijdens haar optreden op het BRIT Awards-gala, was dus níét voorbereid. Hij was echt. De 56-jarige reageerde er stoer op, heel wat stoerder in elk geval dan een paar maanden eerder op het uitlekken van haar nieuwe album Rebel Heart: ‘Terrorisme!’, krijste Madonna – en het internet schudde van het lachen.
Trendvolger
Het album is nu officieel uit en ziedaar: ze revancheert zich bij vlagen een beetje voor haar zwakke platen van de laatste jaren.
Nadat ze op Ray of Light (1998) en Music (2000) met producer William Orbit haar artistieke piek had bereikt, veranderde Madonna van trendsetter in trendvolger, zowel stilistisch als in producerkeuze. De neergaande lijn voerde naar de goedkope, vlakke aerobicmuziek op Hard Candy (2008) en MDNA (2012).
Platte dance
Platte dance is er ook op Rebel Heart. Producer Diplo, bijvoorbeeld, propte zijn songs (waaronder de twee met ‘bitch’ in de titel) vol met het lompe elektronische klaroengeschal dat als zijn handelsmerk geldt.
De echte winst zit vooral in bijvoorbeeld Devil Pray, een van de betere pure popliedjes die Madonna in jaren op de plaat zette (in samenwerking met Avicii nota bene), en contemplatieve songs als Joan of Arc en Wash All Over Me, waarin ze warempel weer eens echt mooi zingt.
Tekstueel valt het album op een vergelijkbare manier in twee helften uiteen: mooie liedjes over verloren liefde, maar ook ordinair geil gedoe als in Holy Water, een lied over cunnilingus.
Laten we het erop houden dat poëzie haar vakgebied nu eenmaal niet is, maar dat Rebel Heart er als popplaat redelijk mee door kan. Op naar haar Ziggo Dome-concert dan maar, in december.
Bron: Volkskrant